Het is een combinatie waar je niet snel aan zal denken. Een Nederlands hockeyicoon en een voormalig Pools politicus, die de Nobelprijs voor de Vrede heeft gewonnen. Aan het eind van dit stuk zal de logica hopelijk duidelijk zijn. Lech Walesa richtte in 1980 de onafhankelijke vakbond Solidarnosc (Pools voor solidariteit) op. Een bijzondere daad om de vrijheid van organisatie van werknemers te bewerkstelligen. Walesa streef op een vreedzame manier voor de vrijheden van werknemers. Met solidariteit als kerngedachte, een gevoel van saamhorigheid en verbinding met anderen waarbij het groepsbelang boven het eigenbelang staat. Lech Walesa zocht die verbinding via de vakbond, Floris Jan Bovelander via de sport. Hockey in dit geval.
Held
“Het klopt inderdaad dat ik een poster van Lech Walesa in mijn kamer had hangen. Wij hebben de val van het Oostblok intens beleefd”- begint Floris Jan Bovelander te vertellen. “Je zou het kunnen vergelijken met Noord Korea op dit moment. Dat is ook heel moeilijk om binnen te komen en daar gaat het er ook heel anders aan toe. Lech Walesa was wel een held in die tijd ja.”
Bovelander is voor veel mensen in de hockeywereld ook een held. Zijn gedrevenheid, strafcorners en onverzettelijkheid typeerden hem als speler. Zijn absolute hoogtepunt is de gouden medaille op de Olympische Spelen van 1996. In de finale benutte Bovelander twee strafcorners, en legde zo de basis voor de 3-1 overwinning tegen Spanje.
Karakter
‘Flop’ stond er op de beslissende momenten. Als de druk het grootst is, dan was en is hij op zijn best. “Ook nu heb ik nog een deadline of schop onder mijn kont nodig om te leveren. Dat is nou eenmaal hoe het werkt bij mij.” Op het veld was zijn karakter terug te vinden in de afgezakte kousen en het shirt uit de broek. Bij de prijsuitreiking op de Spelen van ’96 viel Bovelander op door als enige in een korte broek op het podium te verschijnen. Zijn broek was hij vergeten.
Van buiten nonchalant en ontspannen, van binnen gedreven en vol passie. Om zijn karakter te verklaren moeten we terug naar zijn jeugd. Bovelander kreeg van zijn ouders drie belangrijke waarden mee. “Relativeringsvermogen, positiviteit en ‘afspraak is afspraak’. Daar hebben mijn ouders altijd op gehamerd.”
Studie biologie
De eigenschappen van Floris Jan komen niet alleen terug op het veld. Bovelander studeerde bijvoorbeeld ‘ook nog even af in biologie’. “Door mijn karakter heb ik er misschien iets langer over gedaan. Maar ik heb het wel afgemaakt. Biologie is echt een lastige studie als je topsporter bent. Het is een fascinerend vak. Ik vind het bijzonder om erachter te komen hoeveel we weten, en daarmee tegelijkertijd ook hoeveel we nog niet weten. Mijn interesse in de biologie is denk ik vanuit het buiten zijn ontstaan.”
Buiten
Buiten en Floris Jan zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Als kind was hij altijd buiten op straat te vinden. Vaak was dat met een voetbal, tot de passie voor hockey opbloeide.
Inmiddels wil Floris Jan ouderen stimuleren om naar buiten te gaan als ambassadeur van OldStars hockey. “Het doet echt wat met je, die buitenlucht. Op Nationale Ouderendag stonden we om 8 uur ‘s ochtends in de stromende regen naast het Binnenhof met allemaal ouderen OldStars hockey te promoten. Zelf had ik er eerst eerlijk gezegd niet heel veel zin in, zo vroeg, in de regen, in Den Haag. Maar dan sta je daar om 8 uur met allemaal ouderen. Die ook allemaal vroeg hun bed zijn uitgekomen. En als je dan ziet hoe blij iedereen is. Dan vergeet iedereen de regen en het tijdstip. Heel gaaf was dat, die energie die dan vrijkomt. Die energie wil ik als ambassadeur gaan loskrijgen bij meer mensen. Mensen moeten een prikkel hebben, of een duwtje, om hun huis uit te gaan, ook als het regent.”
Rol van ambassadeur
“Het probleem met ouderenparticipatie is dat oplossingen worden bedacht vanaf een bureau. Ik kan vertellen tegen de mensen dat ze walking hockey moeten spelen. Het Nationaal Ouderenfonds kan dat zeggen, de gemeente kan het zeggen, maar uiteindelijk moet het uit de mensen zelf komen. Het moet embedded zijn in de club zelf en een eigen structuur vinden. Het is leuk om het te enthousiasmeren, maar uiteindelijk moet de groep zeggen, we gaan het doen. Wij willen het duwtje aan de groep geven.”
Concept OldStars hockey
“Op het moment dat je minder goed kan rennen, dan is dit echt een uitkomst. Ook ik heb een vriendje met een kunstknie. Hij kan daardoor niet meer meetrainen met ons. Als iemand niet meer kan trainen, dan zie je toch dat ze dan niet meer naar de training komen om na afloop in hun normale kleren een biertje te komen drinken. Je hoort er dan toch niet meer helemaal bij. Ik zeg niet dat je dan meteen eenzaam bent, maar je valt wel wat buiten de groep. Met dit concept, OldStars hockey, kan iedereen gewoon meedoen. Het rennen is eruit gehaald, waardoor verschillen in leeftijd en fysieke gesteldheid wegvallen. Laatst was er een man van 85 die na dertig jaar zijn hockeystick weer had opgepakt. We moesten hem zelfs afremmen om niet te gaan rennen. Heel mooi om dat te zien. Die passie die weer opbloeide.”
Samenzijn
“Mensen kunnen denken, dat OldStars hockey is eigenlijk niks voor mij. Maar waar hockey voor mij altijd om draait, is het samenzijn. Het enige wat ik heb gemist na mijn lange hockeycarrière is dat gevoel. Dat gevoel van samenzijn met je teamgenoten.” En dan valt ineens het kwartje. Lech Walesa en Floris Jan Bovelander. Twee totaal verschillende namen. Twee totaal verschillende werelden. Maar beiden uitdragers van dat ene begrip. Solidariteit. Het gevoel van saamhorigheid. Samen staan we sterker dan alleen. Ongeacht je leeftijd. Zodat iedereen uiteindelijk in de buitenlucht op een veilige en gezonde manier aan het sporten is. Samen.